In strijd tegen verstening gaat Gent onthardingsaannemer aanstellen

Het stadsbestuur van Gent wil de verharding in de stad drastisch gaan verminderen. Dit vertelt Filip Watteeuw, schepen (wethouder) van Mobiliteit, Publieke Ruimte en Stedenbouw . ‘De verstening willen we actief tegengaan en daarom willen we een onthardingsaannemer  aanstellen die zich hiermee gaat bezighouden.’

Auteur: Roel van Dijk

De aanleiding voor dit interview met de schepen is het recente bericht “Gent verbiedt autoplaats in voortuin” in De Standaard. Schepen Filip Watteeuw vertelt dat de reden voor dit besluit een aantal decretale aanpassingen vanuit de Vlaamse regering is. Die aanpassingen maakten het mogelijk om af te wijken van voorschriften van oudere ruimtelijke uitvoeringsplannen. Als we niets zouden hebben gedaan, zette dit de deur open voor de verharding van vele voortuintjes. We hebben dan de puntjes op de i gezet door er op te wijzen dat dit in Gent niet de bedoeling kon zijn. In de voorbije bestuursperiodes is daar te weinig op gehandhaafd en dat gaan we vanaf nu dus wel actief doen.’

We zijn extra actief op de ontstening en alle gemeenten krijgen er vroeg of laat mee te maken, dat is onontkoombaar

Filip Watteeuw, schepen Gent

Watteeuw geeft aan dat de aanleiding voor het strakkere houding te maken heeft met de klimaatverandering. ‘De afgelopen twee zomers waren extreem droog waardoor het grondwaterpeil flink is gedaald met alle gevolgen van dien. Ook zorgde wateroverlast door de stortbuien in de voorbije jaren voor forse overlast.’ Om de schade van wateroverlast en droogte nu en in de toekomst te voorkomen, heeft het stadsbestuur besloten om Gent te gaan ontharden waar dat mogelijk is. Enerzijds door verharding in de voortuinen en op andere plaatsen tegen te gaan en anderzijds door de vele versteende oppervlakten die in de openbare ruimte niet noodzakelijk zijn te vervangen door groen. Daarnaast nemen bouwopgaven door de woningnood de komende jaren alleen maar toe. Dit gaat vaak ten koste van het openbaar groen. Dat is ook een belangrijke reden om actief in te zetten op minder steen en meer groen. Harde cijfers over hoe het daadwerkelijk is gesteld met de verharding in Gent zijn er overigens niet, laat Watteeuw desgevraagd weten.

Tuinen
‘Het zit er bij veel bewoners ingebakken om hun voortuin volledig te verstenen zodat deze als parkeerplaats kan dienen. Dit is echt niet altijd nodig. Een oprit zullen we zeker niet verbieden, maar een volledig verharde voortuin is niet meer toegestaan.’ Op de vraag of dit ook voor de achtertuin geldt, geeft Watteeuw aan dat het accent echt ligt op de voortuin. ‘Het is zo vanzelfsprekend om deze te verharden om daar de auto te kunnen parkeren. Bij achtertuinen speelt dat niet, maar we gaan mensen wel stimuleren om deze te vergroenen in plaats van volledig vol te leggen met steen.’ De controle op de voortuinen vindt plaats via luchtfoto’s en de klassieke handhaving. Toezichthouders gaan de wijken in en controleren hierop. Ook is het verbod op verstening in de voortuinen vanaf heden opgenomen in de bouwvergunning.

Openbare ruimte
‘We zijn jarenlang heel kwistig geweest in het verharden van straten, pleinen en parkeerplaatsen en dat is lang niet altijd nodig. Ons streven is om onnodige verharding er zo veel mogelijk uit te halen. De onthardingsaannemer zal per gebied in kaart brengen hoe het daarmee is gesteld. Het Gents Milieufront, een regionale milieuvereniging, heeft in de deelgemeente Ledeberg al voorwerk gedaan. Hun conclusie was dat daar 280 plekken waren die niet per se versteend hoefden te zijn. Onze onthardingsaannemer zal deze plekken bekijken en dan een plan maken dat vervolgens wordt uitgevoerd. Zo moeilijk hoeft dit allemaal niet te zijn. Een bijkomend voordeel is dat wanneer je steen vervangt door groen de straten en pleinen er aangenamer op worden’.

Op de vraag of Gent in Vlaanderen een voorloper is met deze maatregelen, laat Watteeuw weten dat het hem daar niet om te doen is. ‘We zijn extra actief op de ontstening en alle gemeenten krijgen er vroeg of laat mee te maken, dat is onontkoombaar.’