Natuurmonumenten introduceert Nationale Tuinonderzoek

Het Nationale Tuinonderzoek van Natuurmonumenten is recent van start gegaan. Doel: inzicht krijgen in hoeveel ruimte de natuur krijgt en kán krijgen in onze tuinen. En deelnemers motiveren om hun tuin te vergroenen.

Mathiska Lont is boswachter bij Natuurmonumenten en geeft regelmatig tuintips aan leden of op social media. “In deze rare tijden snakken mensen naar natuur, maar tegelijkertijd is er in veel tuinen amper een grasspriet te bekennen. In het onderzoek vragen we mensen hoe hun tuin er nu uit ziet. Hoeveel bestrating heb je, is er nestgelegenheid? Daarna vragen we of de deelnemers hun tuin komend jaar willen vergroenen. Meedoen kan via www.natuurmonumenten.nl/tuinonderzoek. Met de antwoorden krijgen we inzicht in de staat van de Nederlandse tuin en of mensen bereid zijn om meer ruimte voor groen in hun tuin te creëren.” Nu de kans steeds groter wordt dat we ook de zomervakantie in de achtertuin moeten doorbrengen, hopen we dat mensen meer dan ooit bereid zijn natuur in de tuin meer ruimte te geven. Wel zo gezellig en mooi, en nog goed voor de biodiversiteit ook.

Natuurbeheer in eigen tuin
Nederland is rijk aan verschillende landschappen: bos, kwelders, heide, stuifzand, grasland. In Nederland komen zo’n 28.000 soorten voor, waaronder 200 soorten broedvogels en 20.000 soorten insecten. Al die dieren hebben unieke woonwensen. Want een bosuil overleeft niet op stuifzand, een zandhagedis niet in een beekdal en een grasklokje niet in het bos. Ook tuinen vormen een landschap waar veel dieren wonen. Huismussen, zwaluwen, vleermuizen en wilde bijen maken in of aan onze huizen hun nest. Door moderne bouwtechnieken en verstening is daarvoor steeds minder ruimte beschikbaar. Heggen maakten plaats voor schuttingen, beplanting voor bestrating. En ook eenvoudige en waardevolle grote en kleine ‘overhoekjes’ – van bladerhoop tot braakliggend weitje – worden schaars.

Biodiversiteit onder druk
Insecten nemen dramatisch af, tonen Nederlandse én internationale onderzoeken keer op keer. In ons land worden meer dan de helft van de 360 soorten wilde bijen bedreigd. De natuur in Nederland is uit balans. Zonder bomen geen bloesem, zonder bloesem geen insecten, zonder insecten geen vogels. Juist die variatie is belangrijk om alles in evenwicht te houden. Ruim 56.000 hectare grond in Nederland is privétuin en daar werkt het precies hetzelfde: hoe meer variatie, hoe beter. De inrichting van tuinen is, zeker binnen de stedelijke omgeving, voor biodiversiteit zeer belangrijk.”

Onkruid bestaat niet
Veel planten die beschouwd worden als onkruid, zijn enorm belangrijk voor insecten. Lont: “Ik laat zelf bijvoorbeeld dovenetel altijd staan. Die zitten nu barstensvol hommels. Ook dagkoekoeksbloemen, vergeetmenietjes en boterbloemen krijgen de ruimte. Er komen veel bijen en vlinders op af. Na de bloei dun ik ze flink uit, want ze groeien als kool. Ook ‘rommel’ zoals dood hout of bladeren laat ik liggen of gooi ik op een hoop. Dat zijn plekken waar het barst van het leven; insecten, wormen, maar ook egels en vogels komen hier op af. Het laten staan van ‘onkruid’ en het laten liggen van bladeren en oud hout heeft nóg een voordeel: je bent véél minder tijd kwijt aan het opruimen van je tuin, zodat je meer tijd kunt besteden aan genieten van alles wat er groeit en bloeit.”

Doe mee aan het Nationale Tuinonderzoek

Bron:
Natuurmonumenten