Nieuw bos en tiny houses: veelbelovende functiecombinatie

Actieplan Bos & Hout heeft de ambitie om samen met provincies en gemeenten nieuw bos te realiseren.

Ruimte is echter schaars en er komen verschillende opgaven op het landelijk gebied af. De duurzame transformatie van de agrarische sector, inrichtingsvraagstukken rondom klimaatadaptatie én de toenemende vraag naar betaalbaar wonen in het groen, vormen hiermee bouwstenen voor een interessante denkrichting. Wat als er (agrarische) natuur wordt gerealiseerd op landbouwgrond met als economische motor het (in beperkte mate) toestaan van tiny houses?

Veel agrariërs hebben het niet gemakkelijk. Landelijk gezien leeft 25 procent van de agrariërs onder de armoedegrens en 25 procent denkt er aan binnen tien jaar te stoppen vanwege gebrek aan opvolging. Daarnaast ligt er een toenemende druk op agrariërs vanwege de impact van landbouwactiviteiten op onder andere biodiversiteit, het klimaat en het landschap. Het is om deze reden dat de nationale overheid, provincies en gemeenten ambities formuleren voor een transitie naar een duurzamer en economisch rendabeler buitengebied. Hierbij staan nieuwe verdienmodellen centraal die zorgen voor een betere boterham voor de boer waar de omgeving van meeprofiteert. De ontwikkelingen rondom het stikstofdossier versterken de urgentie van deze zoektocht alleen maar.

Woningvoorraad
Ook zal de komende jaren de woningvoorraad aanzienlijk uitgebreid moeten worden. Niet alleen is er vraag naar meer woningen, ook zijn er steeds meer doelgroepen met hun eigen woonwensen. Zo is er een toenemende behoefte aan tiny houses en andere vormen van kleinschalige bewoning die een lage ecologische voetafdruk hebben. Tiny houses zijn immers vaak gemaakt van duurzame materialen, gebruiken weinig energie en zijn vaak zelfvoorzienend door middel van wateropvang en zonnepanelen. Dit lijkt vooral jongere generaties aan te trekken – een interessant gegeven voor dorpskernen waar een duidelijke vergrijzing plaatsvindt. Want hoewel het aandeel eenpersoonshuishoudens groot is in Nederland, bestaan er tegelijkertijd relatief weinig woningen voor deze groep. Aspirant tiny house-bewoners hebben bovendien vaak de wens om in een natuurlijke omgeving te kunnen wonen. In bestaande natuurgebieden mogen deze woningen niet worden geplaatst, daarom ligt er een mooie kans om nieuw bos te realiseren rondom tiny houses.

Aspirant bewoners hebben vaak de wens om in een natuurlijke omgeving te wonen

Nederland wil volgens het Klimaatakkoord de komende jaren grote stappen zetten op het gebied van klimaatbeleid. Nieuw bos draagt bij aan de klimaatdoelstellingen; de aanplant van nieuw bos is een uitstekende manier om bovengronds CO2 op te slaan. Daarnaast zorgen bomen voor een schonere lucht, ze houden water vast, hout kan worden gebruikt voor biobased bouwen en de aanplant van meer bos bevordert de toename van biodiversiteit. Daarom hebben provincies en gemeenten in het kader van het Natuurpact als doel gesteld om vóór 2027 in totaal 52.000 hectare nieuwe natuur te realiseren.

Testlab
Al deze opgaven hebben geleid tot het ‘Testlab Nieuw Bos en Tiny Houses’, mede gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), waarin het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie en De Natuurverdubbelaars samen met partners Staatsbosbeheer en Tiny Houses Nederland de handen ineen hebben geslagen. In het testlab worden samen met deelnemende gemeenten, zoals Wageningen en provincies, zoals Overijssel, de mogelijkheden verkend en uitgewerkt om nieuw bos te ontwikkelen bij grondeigenaren met tiny houses als onderliggend verdienmodel. Binnen het testlab lopen er twee parallelle trajecten: een quickscan per deelnemende gemeente of provincie en een landelijke Community of Practice met alle deelnemende partijen. Binnen de quickscan ligt de focus op drie onderdelen: locaties, businesscase en regelgeving. Naar behoefte is er ook aandacht voor communicatie, ecologie en klimaatgunstige beplanting, ontwikkeling van tiny houses en politiek en maatschappelijk draagvlak. In de quickscan wordt in een aantal bijeenkomsten met interne en externe stakeholders de haalbaarheid van deze deelvragen van het project onderzocht.

Door ruimte voor tiny houses te verhuren ontstaat een businesscase voor erfeigenaren

De landelijke Community of Practice bestaat uit een aantal informatieve bijeenkomsten waarbij verschillende gemeenten en provincies samenkomen om gezamenlijk lastige vraagstukken op te lossen, zoals vragen omtrent regelgeving en de nieuwe Omgevingswet. De landelijke bijeenkomsten zijn tot nu toe altijd druk bezocht, zowel door ambtenaren en bestuurders van gemeenten en provincies, als door initiatiefnemers die graag in een tiny houses zouden willen wonen. De opkomst laat zien dat de interesse en de wil aanwezig zijn. Nu is het aan de provincies en gemeenten om in beweging te komen, randvoorwaarden te stellen en de verkenning aan te gaan. Provincie Overijssel en verschillende gemeenten zijn koplopers die al aan het testlab deelnemen.

Nieuw verdienmodel
Deze nieuwe combinatie van natuur en tiny houses kunnen concurrerend zijn met opbrengsten vanuit agrarisch gebruik. Onderstaande tabel toont een versimpelde businesscase voor zowel bestaande grondeigenaren als voor wanneer de grond nog moet worden aangekocht.

Tabel 2 laat zien dat onder een aantal realistische aannames de terugverdientijd voor tiny houses in combinatie met natuur op zes jaar ligt. Wanneer er grond moet worden aangekocht, ligt dit op veertien jaar, met drie tiny houses per hectare. De grond is dan volledig terugverdiend, hoewel deze natuurlijk ook een waarde behoudt. Uiteraard kunnen de berekeningen worden verrijkt met kosten voor infrastructuur, afwijkende grondprijzen, leegstand, aanloopkosten beheer en eventuele subsidie Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL). Door ruimte voor tiny houses te verhuren ontstaat er een businesscase voor erfeigenaren die in het geval van eigen grond in zes jaar break-even kan zijn waarmee bovendien een verrijking van het landschap is gefinancierd.

Actie
In vrijwel elke gemeente van Nederland is er vanuit inwoners vraag naar tiny houses in een natuurrijke omgeving (Tiny House Nederland, 2018). En deze vraag wordt alleen maar groter. Tiny houses in combinatie met natuur kunnen een puzzelstukje zijn in de verbinding stad-platteland en voor veel inwoners een nieuw perspectief bieden; zowel aan de aanbod- als de vraagzijde van tiny houses. Daarnaast levert de gerealiseerde natuur een forse bijdrage aan natuur- en klimaatdoelen en draagt daarnaast bij aan biodiversiteit, recreatie, filteren van fijnstof en reductie van hittestress.

Over tiny houses in natuur
Vanuit landelijke wetgeving en vanuit het bestemmingsplan kunnen er obstakels liggen voor tiny houses in de natuur. Er mag immers niet zomaar gebouwd worden op gronden die een agrarische of natuurbestemming hebben. Het testlab ondersteunt gemeente- en provincieambtenaren in het identificeren van relevante regelgeving en het zoeken naar de mogelijkheden binnen de regels om toch aan de slag te kunnen. Met voldoende bestuurlijk draagvlak is immers veel mogelijk. De eerste resultaten bij deelnemende provincies en gemeenten laten zien dat er inderdaad volop kansen liggen. Meer informatie vindt u hier.

Door Daan Groot (De Natuurverdubbelaars) en Guido Enthoven (Instituut Maatschappelijke Innovatie). Dit artikel verscheen eerder in vakblad Groen. Groen biedt professionele en actuele artikelen over groen en natuur voor mensen in de stad en in het landschap.  Beeld: Lena van der Wal en De Natuurverdubbelaars