Regenwormen zijn winnaars van vochtig 2023
Leeuwarden verovert titel Bodemdierenstad van het Jaar
Op 5 december is het óók Wereldbodemdag. Ter ere daarvan maakt de organisatie van de Bodemdierendagen de scores van de Nederlandse bodemdieren in 2023 bekend. De regenwormen houden wel van nat weer en weten hun toppositie in de Bodemdieren Top 3 vast te houden: ze zijn in 87% van de tuinen gespot. En in Leeuwarden is met zoveel enthousiasme en aandacht voor hun belang naar bodemdieren gezocht, dat de Friese hoofdstad ditmaal de eretitel Bodemdierenstad van het Jaar mag voeren.
Duizenden mensen zijn deze herfst weer op zoek gegaan naar het leven op en onder de grond: van regenwormen tot mieren, en van pissebedden tot duizendpoten. Wat leeft er allemaal in de bodem van onze tuinen, stadsparken en dorpen? Juist daar weten we onvoldoende van die vaak ongeziene maar erg belangrijke biodiversiteit. Een levende, gezonde bodem vormt letterlijk en figuurlijk de basis onder ons bestaan. De Bodemdierendagen brengen in totaal 10 ambassadeurs voor de biodiversiteit onder onze voeten in beeld: de Tiny Ten.
Records
Ruim 1500 mensen hebben als waarnemer meegedaan aan het citizen science-onderdeel: met het doorgeven van de ruim 21.000 dieren – een record – die ze tijdens hun bodemdierensafari tegenkwamen. Op die manier viel er voor meer dan 500 locaties – ook een record – verspreid over het hele land een ‘biodiversiteitscijfer voor de bodem’ te berekenen.
De landelijke Bodemdierendagen worden al sinds 2015 georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen Universiteit (WUR), met hulp van de Vrije Universiteit (VU) en steeds meer andere organisaties en mensen. In negen jaar tijd zijn ongeveer 105.000 bodemdieren van de Tiny Ten, ook wel ‘bodemschatjes’ genoemd, gevonden.
Hoe staan bodemdieren ervoor in 2023?
2023 is een gunstig jaar voor bodemdieren. Dat laten de cijfers zien volgens de onderzoekers van de Bodemdierendagen. Het relatief koele, vochtige weer speelt hier zeer waarschijnlijk een rol. Veel bodemdieren zijn namelijk gevoelig voor droogte.
‘Duik onder het maaiveld’ was de oproep dit jaar. De Bodemdierendagen vormden een belangrijke inspiratiebron voor het project Onder het Maaiveld, en daarmee voor de prijswinnende bioscoopfilm met diezelfde naam.
De Bodemdieren Top 3: de regenwormen zijn in de meeste tuinen gevonden, op de voet gevolgd door de spinnen (86%) en de pissebedden (83%). Deze volgorde blijkt identiek te zijn aan die van 2022, maar niet van eerdere jaren. Wel zijn alle drie de groepen bodemdieren in een groter deel van de tuinen gezien dan vorig jaar.
Meer: “Naaktslakken, mieren en kevers zijn dit jaar meer dan gemiddeld gevonden,” zegt Bodemdierendagen-onderzoeker Ron de Goede (WUR). Ook zagen de waarnemers gemiddeld meer dieren per tuin dit jaar: “Wel 42, waar het gemiddeld zo’n 39 is en vorig jaar maar 36.” Vorig jaar was de zomer erg droog en heet.
Beste tuinen: “Het is geen verrassing dat de groene tuin een plek is waar bodemdieren graag leven. Door het grote aantal onderzochte tuinen geven de cijfers een goed beeld van de diversiteit aan diergroepen,” vertelt bodemecoloog en Bodemdierendagen-organisator Gerard Korthals (WUR). Die is beduidend hoger dan in een halfgroene tuin bijvoorbeeld. Daarnaast doen ook Tiny Forests en voedselbossen het goed. De Goede: “De Tiny Forests doen het trouwens met het jaar beter, met oplopende cijfers die een positieve ontwikkeling in deze minibossen laat zien.”
Rapportcijfers: elke individuele tuin krijgt een biodiversiteitscijfer voor de bodem gebaseerd op de bodemdieren die daar zijn gevonden. Als we dat vergelijken met het algemene streefcijfer voor dat type tuinen, kunnen we zien welke kansen er nog liggen. Twee dingen vallen op in 2023. Als eerste zit er nog best wat verschil tussen wat kan en wat echt gescoord is als rapportcijfer. Dat is eigenlijk elk jaar het geval. Maar als tweede het goede nieuws: dit jaar kwamen die twee verschillende cijfers dichter bij elkaar in de buurt dan ooit. Bij de groene tuinen bijvoorbeeld is een 9,2 een mooi cijfer om naar te streven. Het gemiddelde behaalde rapportcijfer was de afgelopen jaren een 6,8 – maar in 2023 is dat maar liefst een 7,5. Hetzelfde patroon is te zien bij andere tuintypen.
Alles is nu terug te vinden op de resultatenpagina van de Bodemdierendagen-website. Ook de gegevens van het tweede, moeilijkere niveau: dat van interessante soorten binnen de tien hoofdgroepen. In meer dan 70% van de tuinen werd tenminste één zo’n soort gemeld. “Denk aan grote glimworm, boerenknoopje of tijgerslak. Of aan mijn favorieten: pissebedden zoals de mospissebed,” verduidelijkt bodemdierenkenner Matty Berg van de VU. Zo kan iedereen zelf ‘verder graven’ in de nieuwe kennis. Met de juiste aandacht, kennis en goed beheer van de levende bodem kunnen nog meer kansen voor het bodemleven en de hele (stads)natuur verzilverd worden.
Stedenbattle
Welke stad is bodemdiervriendelijk, en zet zich daar het meeste voor in? Voor de tweede keer vond als extra onderdeel de Bodemdieren Battle of the Cities plaats. Een gezonde, levende bodem is natuurlijk overal belangrijk – maar in de stad extra. Daarom ging een aantal steden actief op zoek naar hun ‘bodemdierenoases’. En de winnaar is: Leeuwarden.
“Leeuwarden is de terechte winnaar van de titel Bodemdierenstad van 2023,” legt onderzoeker Korthals uit. In de stad zijn allerlei soorten op allerlei verschillende plekken gevonden, van herfststrooiselspin tot kleine tweestreep (een miljoenpootje) en glansloopkever. De hoogste score binnen de gemeentegrenzen was zelfs een zeldzame 9,8 – in een stadsbosje. “Maar ze waren ook heel actief met het betrekken van inwoners: met ongeveer 50 waarnemingen heeft Leeuwarden er verreweg de meeste ingestuurd en er deden ook veel kinderen aan mee.” De Goede vult aan: “Het gaat om het inzien van de noodzaak van een gezonde bodem, en dat vanzelfsprekend vinden. Deze boodschap helder en aanstekelijk overbrengen aan kinderen is het sterke punt van de Leeuwarder organisatie.”
Wethouder Duurzaamheid Evert Stellingwerf van Leeuwarden is trots: “Dat wij als stad de titel ‘Bodemdierenstad van het jaar’ hebben gekregen, is geweldig. Dit toont aan dat veel inwoners van de gemeente Leeuwarden betrokken zijn bij een gezond en gevarieerd bodemleven.”
Winnaars Lysbet Hoekstra (vrijwilliger natuureducatie bij IVN, midden) en Alie Valkema (gemeente Leeuwarden, 2e van rechts) werden dit weekend verrast door bodemonderzoekers Ron de Goede en Gerard Korthals (links) en wethouder Evert Stellingwerf (rechts) in het Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden. Ze hadden net de dag vóór de bekendmaking besproken dat ze in 2024 extra hun best gaan doen voor de stedenbattle – dat voornemen staat trouwens nog steeds.
Goede runners-up zijn Rotterdam en wederom Utrecht, de winnaar van de 1e titel in 2022. Ook Ede deed een mooie poging in het plaatselijke stadspark. De stedenbattle zet de groene kant van de stad in het zonnetje. Met een beter bodemleven help je de hele natuur en maatschappij. Denk aan minder bestrating, bodembedekkende planten, losse boomstammetjes en herfstbladeren in de parken laten liggen. Het bodemleven verwerkt herfstbladeren tot voedsel, zorgt dat de bodem minder uitdroogt en dat wateroverlast beperkt blijft.
10 jaar Bodemdierendagen & elke dag
De Bodemdierendagen beleven elk jaar hun hoogtepunt rond Dierendag. “Ook in 2024 kan iedereen weer meehelpen van 20 september tot en met 7 oktober. Dat is alweer de 10e editie van de gezamenlijke zoektocht naar ons onmisbare bodemleven in steden en dorpen,” kondigt hoofdorganisator Froukje Rienks van het NIOO aan. “Verder kan elke dag natuurlijk een bodemdierendag zijn. Een stap buiten de deur en je bent al op bodemdierensafari in je eigen tuin of het park om de hoek.” Inmiddels kun je daarom elke dag een bodemdieren-waarneming inleveren op www.bodemdierendagen.nl om met het onderzoek te helpen.
Voor de negende keer organiseerden het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen University (groep Biointeracties & Plantgezondheid en groep Bodembiologie) het citizen science-project de Bodemdierendagen. Ze doen dat met hulp van onderzoekers van die organisaties en de Vrije Universiteit, plus een groeiend aantal partners. Op steeds meer plekken in Nederland brengen zij met het publiek het bodemleven in kaart. Met de resultaten kunnen we de conclusie trekken dat groene tuinen en parken een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de stadsnatuur.
Organisaties die helpen met achterban en activiteiten bij de zoektocht naar die belangrijke bodemdieren zijn: IVN Natuureducatie, Scouting Nederland, Weekend van de Wetenschap, EMS Films, Nederlands Instituut voor Biologie, Stichting Steenbreek, Velt, Pientere Tuinen, Tuinbranche Nederland, Voedsel uit het Bos, Nationale Wetenschapsagenda, Vereniging voor Veldbiologie KNNV, Jaarrond Tuintelling, Naturalis, IUCN NL, NL Greenlabel, de tuiniers van AVVN, JNM, Kinderboerderijen Actief, Kenniscentrum EIS, gemeente Amsterdam, Stadslab Wageningen, WWF, Natuur & Milieu, Nederlandse Entomologische Vereniging, Herman van Veen Arts Center, LandschappenNL, Deltaplan Biodiversiteitsherstel, Vroege Vogels, IJsselbiënnale, Aeres Hogeschool Wageningen en steeds meer.