Steenbreekconsulent Hajo Kootstra wil mensen in beweging krijgen

Klimaatadaptatie, biodiversiteit, sociale cohesie en gezondheid, dat zijn verschillende thema’s waar Stichting Steenbreek op focust. Consulent Hajo Kootstra vertelt wie hij is en wat hem motiveert om bij de stichting te werken.

Hajo Kootstra (51) is sinds juni vorig jaar als consulent bij Stichting Steenbreek betrokken. Hij richt zich op de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland en Drenthe. Het speerpunt van zijn werk als consulent ligt wat hem betreft op de gemeenten. Hij ziet als belangrijke taak de mensen binnen de gemeente in beweging krijgen en met elkaar laten communiceren. In de praktijk blijkt dat er onder meer bij groenzaken verschillende afdelingen (budget, planning, uitvoering) betrokken zijn. Dat vertraagt vaak de gang van zaken.

Kun je wat meer vertellen over jezelf?
‘Ik ben geboren en getogen in Purmerend en ben in Delft industrieel ontwerpen gaan studeren. Dat was niet zo’n succes en ik ben daarom overgestapt naar bouwkunde. Daarna heb ik als consulent voor een softwarebedrijf gewerkt. Ik heb in die tijd landschapsinrichting bij Van Hall Larenstein gestudeerd en in 2015 besloten daar als zelfstandige al mijn tijd en aandacht aan te besteden. Ik heb veel opdrachtgevers in Friesland en werd steeds meer betrokken bij stedenbouw en de energietransitie.
Sinds 2018 werk ik ook voor de Energiewerkplaats Fryslân, een ideële netwerkorganisatie die lokale initiatieven ondersteunt bij het versnellen van de energietransitie. Daar zit ook een overeenkomst met Steenbreek: ook daar willen we van onderaf, dus de inwoners, de burgers, handelingsperspectief geven. Burgers begrijpen vaak de keuzes van een gemeente niet. Als zij menen dat er achterstallig onderhoud is, kan het juist een keuze van groenbeheer zijn om onkruid niet weg te halen.’

Liefde voor natuur, biodiversiteit en klimaatadaptatie staat centraal bij Stichting Steenbreek. Waar ligt jouw connectie met die thema’s?
‘De buitenruimte heeft me altijd gefascineerd. Als kind was ik altijd buiten, om hutten te bouwen, ontdekkingstochten te verzinnen. Samen met mijn vriendin geniet ik nu nog steeds van het buiten zijn. Het is belangrijk dat de kwaliteit van die buitenruimte niet achteruitgaat. Ik ben bouwkunde gaan studeren omdat ik heel concreet gebruiksruimtes wilde ontwerpen, maar ik kwam erachter dat het me beperkte en ontdekte pas later dat die kwaliteit van die buitenruimte ook een opgave voor ons allen is. Ik ben zelf meer gefocust op het grotere geheel, maar het vergroenen van private tuinen mag zeker niet vergeten worden. Alle kleine beetjes helpen.’

Je bent nu bijna een jaar consulent voor Stichting Steenbreek. Hoe bevalt het?
‘Het is me heel goed bevallen, heel positief. De coronacrisis heeft wat roet in het eten gegooid, want de contacten liepen daardoor wat moeizamer. Elkaar digitaal spreken is niet de beste manier om juiste inzichten uit te wisselen. Gelukkig kan ik nu weer naar gemeenten toe.
Een eyeopener voor mij was dat bij gemeenten de verschillende afdelingen onderling niet met elkaar praten. Als je praat met de ene ambtenaar, blijkt dat een ander weer over bijvoorbeeld het budget gaat. Ik pleit daarom ook voor een projectteam, breed door de gemeentelijke organisatie heen. Daarnaast blijkt dat een hoop zaken een lange adem nodig hebben voordat een handtekening gezet kan worden.’