In STEENGOED belichten we maandelijks een gemeente die stappen maakt op het gebied van vergroening, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Een gemeente die is aangesloten bij Stichting Steenbreek en een voorbeeld en inspiratie kan zijn voor andere gemeenten. In mei: Moerdijk.
BENNIE BLOM
Wethouder gemeente Moerdijk
- Wie bent u en wat doet u?
‘Ik ben Bennie Blom, 12 jaar raadslid geweest en sinds 3 jaar wethouder met in mijn portefeuille onder meer cultuur en sport, werk, inkomen en duurzaamheid.’
- Wat zijn de knelpunten in uw gemeente als het gaat om de gevolgen van klimaatverandering (wateroverlast, verstening, hittestress)?
‘We zijn een heel diverse gemeente. De westelijke kant is heel plattelandsgericht met een sterke agrarische sector, en aan de oostkant is de industrie dominanter. We hebben grote industrie en zijn de vierde zeehaven van Nederland. We zien met name in de agrarische sector op termijn problemen ontstaan. We hebben hier goede kleigrond waar we hoge opbrengsten hebben. Het probleem is verzilting als gevolg van de klimaatverandering. We moeten goed kijken: hoe gaan de agrariërs straks met deze grond om, hoe kunnen we het productief houden? Het is belangrijk dat de voedselvoorziening in orde blijft.
Verder hebben we de wateroverlastopgaves ten aanzien van hemelwater binnen onze elf kernen. Er zijn plekken in de gemeente die extra gevoelig zijn, zoals Fijnaart en Standdaarbuiten, die bij hevige regenval water op straat hebben staan. Overal willen we afkoppelen en zoeken we ruimte om het water lokaal vast te houden. Dat is een puzzel in de drukke openbare ruimte. We zijn ook bezig met een actie om te zorgen voor meer groen en waterretentie. Plannen worden nu op die manier water-en-bodemsturend.’
- Welke “groene” speerpunten zijn er in uw gemeente?
‘Als het om groen gaat, hebben we de 3-30-300-maatregel afgesproken in ons beleid. Dat zijn ontwerpprincipes die we in nieuwe wijken toepassen. Voor bestaande bouw zijn we nu met een groot traject bezig om samen met de kernen te kijken hoe we dat kunnen realiseren. Soms plaatsen we extra bomen. De inwoners gaan ook over hun eigen leefomgeving, dus dat willen we wel samen doen, met 3-30-300 als uitgangspunt.
Vroeger hadden we dorpsraden, nu gebiedstafels; dat zijn verenigingen of stichtingen. Elke kern en het buitengebied heeft er een. We proberen vooral die gebiedstafels aan te zetten om met hun eigen ideeën over hun kern te komen, zodat we daar als gemeente op kunnen acteren.’
- Is “groen” onderdeel van een integrale werkwijze in uw gemeente en werkt u samen met andere partijen, zoals woningcorporaties, scholen, tuincentra of andere organisaties?
‘Zowel integrale projecten als beheerprojecten worden altijd in een team besproken. Bijvoorbeeld bij vervanging van bestrating, riolering of groen. Daarnaast zijn woningcorporaties belangrijke partners; als je een kern bekijkt, is vaak toch tot zo’n 30 procent woningcorporatiebezit. Verder werken we samen met inmiddels vijf klimaatburgemeesters. Er zijn ook belangenorganisaties die zich hardmaken voor vergroening. Iedere kern heeft wel zo’n werkgroep en die sluiten vaak bij ons aan, met name als het gaat om acties zoals groen voor stenen inleveren of een vogelhuisjeactie.’
- Waarom vindt uw gemeente het belangrijk om aangesloten te zijn bij Stichting Steenbreek?
‘Steenbreek vormt een netwerk waar je veel van elkaar leert. De ondersteuning die je vanuit Steenbreek krijgt, is belangrijk. We zijn nu bezig met het vergroenen van al die kernen. We hebben in de afgelopen jaren in een aantal kernen een vergroendag gehad waarbij we bomen uitgedeeld hebben, en ook struiken, vogelhuizen, vleermuiskasten. Daar was ook iemand van Steenbreek bij; die kan het verhaal waarom het belangrijk is veel beter vertellen. Dat doet de stichting heel goed omdat Steenbreek het heel tastbaar en heel eenvoudig maakt. De voorbeelden die zij de inwoners kunnen laten zien, maken de drempel veel lager. Dat is een meerwaarde om aangesloten te zijn bij Steenbreek.’
- Op welke wijze probeert u de inwoners te enthousiasmeren voor vergroening?
‘We maken voor elke kern een vergroeningsplan, samen met de inwoners. Op onze website staan ook per kern allerlei groenprojecten waar we mee bezig zijn en projecten die we op de lange termijn gaan uitvoeren. Daarnaast hebben we klimaatsubsidies voor het vergroenen van tuinen, van daken, voor regentonnen.’
- Op welk resultaat van de afgelopen jaren bent u trots dat bereikt te hebben?
‘Ik vind het mooi dat we echt stappen maken met die waterretentie en dat we het bij extreem weer toch redelijk kunnen opvangen. Binnen de middelen die we hebben, want als je ziet wat dat allemaal kost. We proberen binnen de gemeente te kijken hoe we het zo goed mogelijk kunnen doen. Wat ik ook heel goed vind, is dat er veel mensen afkomen op de klimaatacties die we organiseren. Dus de notie is er gewoon. Dat maakt het wel mooi. Wij zijn ook bezig met het vernieuwen van een aantal scholen. Die nieuwe scholen krijgen middelen om met biodiversiteit en groen aan de slag te gaan. Van veel bestaande scholen hebben we de schoolpleinen al vergroend.’
- Wat doet u zelf aan vergroening/klimaatadaptatie?
‘In mijn eigen tuin heb ik een stukje nog niet onttegeld en aan de voorkant ook niet; daar probeer ik wel naar te kijken. Als je wethouder wordt, dan kom je ineens in aanraking met allerlei zaken die handig zijn om te doen, bijvoorbeeld als je te maken krijgt met wateroverlast. Daar probeer ik wel wat aan te doen.’
- Welke belangrijke (publieks)acties/evenementen staan de komende tijd op het programma?
‘We doen altijd mee met de Nationale Klimaatweek in november. Verder zijn we ons nu aan het focussen op een aantal kernen met de vergroeningsplannen en er komen ook weer vergroeningsdagen aan. In november start het plantseizoen, dan gaan we op basis van de vergroeningsplannen die we met de kernen gemaakt hebben, al gelijk de eerste bomen en struiken planten.’
- Welk advies geeft u andere gemeenten?
‘Ik denk dat je als college eerst met de gemeenteraad aan de slag moet om een goede basis te creëren om het beleid uit te kunnen rollen. Dan heb je een goed kader en daarmee kun je naar je inwoners. Maar ik vind het ook heel belangrijk dat in de kernen zelf bewustzijn is, want wij kunnen als gemeente wel een mooi kader vaststellen, maar als bottom-up niet gaat, dan kom je als gemeente ook nergens. Dus daar moet ook commitment zijn. We zien ook een mondigere maatschappij, dus het moet uitlegbaar zijn en er moet draagvlak zijn in een kern.’
Auteur: Hans Bouwman
Beeld: gemeente Moerdijk