1. Tegels eruit!
Tegel eruit, plant erin! Het is een mythe dat een tegeltuin onderhoudsvrij is. Een tuin met veel verharding vraagt net zoveel onderhoud als groene en natuurlijke tuinen. Dit komt omdat er relatief veel te wieden en te ‘poetsen’ is, terwijl groene tuinen vaak zelfregulerend zijn.
Vaste planten laten weinig ruimte over voor onkruid en gras hoeft niet meer zo vaak te worden gemaaid, want dan krijg je bloeiende klavers en andere mooie plantjes. Een levende tuin is goed voor iedereen en vergroenen is niet moeilijk, dus wip die stenen eruit en ga lekker aan de slag!
We helpen je op weg:
- Instructievideo: Hoe wip je die tegel?
- Vervang voor het planten altijd eerst het bestratingszand onder de tegels door tuinaarde, zodat planten, bomen en struiken beter voedingsstoffen kunnen opnemen.
- In veel gemeenten zijn subsidies voor groene maatregelen zoals tegels vervangen door planten, het aanleggen van een groen dak, of plaatsen van een regenton. Ontdek of dit ook voor jou gemeente geldt met de Groene Subsidiewijzer.
2. Sla de bodem niet over
De bodem is niet het spannendste onderdeel van de tuin, en daarom wordt deze vaak vergeten. Maar een gezonde bodem is van groot belang voor een bloeiende tuin met sterke planten die veel minder water nodig hebben. De beste tip die we je geven, is dus te investeren in de juiste aarde om veel langer plezier te hebben van alles dat groeit en bloeit.
Bewerk de bodem zo min mogelijk. In het voorjaar kan je een eventuele bodemkorst doorbreken met ondiep schoffelen. Je kan de grond wel extra aandacht geven door zelf compost te maken van oud tuin- en keukenafval: daar zitten veel belangrijke mineralen en bacteriën in. Vermaal bijvoorbeeld eierschalen of schelpen fijn (in koffiemolen of vijzel) en strooi dit uit over de bodem, als langzaam werkende bekalking (tegen bodemverzuring). Ook in de borders en vakken met planten kun je blad en snoeiafval laten liggen. Dit zorgt voor een ‘mulchlaag‘ tussen de planten en maakt dat onkruiden minder snel gaan groeien en vocht minder snel verdampt. Op die manier hoef je dus ook minder te wieden en water te geven.
Nog meer weten over de bodem:
3. Planten en zaaien
Als je nog geen ervaring hebt met tuinieren, dan kom je er vast achter dat het niet zo lastig is. Vooral als je het ‘perfecte plaatje’ loslaat en de natuur als vertrekpunt neemt waarbij alles met elkaar in verbinding staat, waar er schoonheid zit in alles wat groeit en bloeit.
Het voor- en najaar zijn de perfecte seizoenen om in de tuin aan de slag te gaan. In een tuincentrum kun je goed terecht (om ter plekke advies te vragen), maar tegenwoordig kun je ook veel online bestellen. Je kunt ook zelf planten vermeerderen door te zaaien, of te stekken. Erg leuk om te doen! Je neemt een stukje van een plant zoals een vlinderstruik en laat die opnieuw wortelen. Ook kun je bijvoorbeeld vaste planten scheuren door deze in meerdere stukken te verdelen. Succes, en vergeet niet je nieuwe aanplant water te geven!
Kijk hier voor inspiratie
- Steenbreek plantentips
- Welke plant past bij jouw tuin? Check de Plantenzoeker
- 6x beplantingsplan voor een zonnige plek
- 6x beplantingsplan voor een schaduwrijke plek
- Voorbeeld: Klimplanten voor een groene gevel
- Geschikte bomen voor een kleine tuin
- Gelijk met het totaalpakket aan de slag? Zie de volledige online cursus voor de beginnende tuinier
4. Verzorging
De manier waarop jij jouw tuin onderhoudt kan een grote impact hebben op het milieu. Een paar zaken waar je aan kunt denken:
- Een inkopper: vergeet niet water te geven vlak na het planten en bij droge periodes.
- Gebruik liever geen chemische middelen voor schoonmaken of bestrijden, voor alles is altijd een milieuvriendelijk alternatief. Leer meer over bestrijden van ongedierte en plagen.
- Door je gazon slechts om de 3-4 weken te maaien krijg je meer bloemrijke soorten.
- Laat in de borders en plantvakken het liefst zoveel mogelijk organisch materiaal als blad liggen, dit is goed voor het bodemleven.
- Doe zoveel mogelijk werk in de tuin met de hand, al die apparaten heb je vaak helemaal niet nodig en met de hand gaat het vaak beter. Zo kun je onkruid ook vaak goed plukken!
5. Vang regenwater op
Door het veranderende klimaat krijg je te maken met langere periodes van droogte en intensere regenval. Al dat water gaat rechtstreeks het riool in, dat overbelast raakt en de kans op overstromingen vergroot. Door regenwater op te vangen in bijvoorbeeld een regenton kun je het vervolgens gebruiken voor je planten in de tuin, wat kraanwater bespaart.
Wist je dat je de regenpijp ook kunt afkoppelen van het riool? Zo krijgt het water de kans om in de bodem te zakken. Zorg dat er niet teveel tegels liggen zodat het water goed weg kan lopen. Een plantenborder of een grindstrook helpt, en denk anders aan een infiltratiekrat.
Meer tips:
- Een regenbestendige tuin: 7 slimme tips
- Hoe plaats je een regenton? Instructieflyer
- Regenpijp afkoppelen
6. Laat je tuin leven
Wist je dat al 80% van onze vlinders zijn verdwenen de afgelopen 100 jaar? En dat jouw tuin een thuis kan zijn voor vlinders, insecten, vogels en egels? Maak van jouw tuin een mini natuurgebied en zorg voor verschillende soorten groen zoals hagen in plaats van schutting, bomen, vaste planten en plekken met kruid-achtigen zoals, koolzaad, klavers en brandnetels.
Een tuin hoeft niet te netjes te zijn, blaadjes mag je gerust laten liggen om rommelige hoekjes te creëren, en maak bijvoorbeeld met gesnoeide takken een takkenril: een ideale schuilplek voor egels. Een klein water element doet wonderen en zorgt al snel voor libellen in de tuin en drinkplek voor vogels.
Kijk snel verder:
- Doe de Biodiversiteitswijzer en kijk wat jij kan doen!
- 11 tips voor een biodiverse aanplant
- Tips: een bijenvriendelijke tuin
- Hoe maak je een insectenhotel?
7. Hitte en verkoeling
Vanwege klimaatverandering is afgelopen jaren het aantal tropische dagen in Nederland sterk toegenomen. Extreme hitte kan gezondheidsproblemen opleveren voor kwetsbare groepen zoals mensen met longaandoeningen, ouderen en kinderen. Tijdens hittegolven nemen zowel ziekenhuisopnames als sterfte aanmerkelijk toe.
Ook in eigen tuin kun je met de juiste maatregelen zelf zorgen voor verkoeling. Tuinen met veel groen en afwisselend schaduw zijn maar liefst 5°C koeler dan een versteende tuin. In gevoelstemperatuur scheelt dit zelfs nog meer. Enkele tips:
- Plant een boom In de zomer is het prettig vertoeven in de koele schaduw van een boom, ook voor veel soorten vogels.
- Neem een groene gevel en/of een groen dak. Het houdt de warmte buiten, koelt de lucht en neemt overtallig regenwater op.
- Maak van je schutting een groene erfafscheiding. Weer een stukje verkoeling en het zorgt voor veel leven in de tuin: met schuilplaatsen en voedsel voor allerlei vogels, insecten en kleine zoogdieren.
- Leg een watertuin aan. Het zorgt dat het regenwater ergens heen kan en bewegend water verkoelt. In ondiep water kunnen vogels drinken en baden. Daar knappen ze weer van op.
- Gebruik bij voorkeur geen airco. Deze zorgt voor nog meer hitte in de straat en is slecht voor het klimaat en je energierekening: een week de airco aan staat gelijk aan een jaar koelkastgebruik.
8. Vogels in de tuin
Wil je graag meer vogels in de tuin? Dat snappen we, want ze zorgen voor gezelligheid en zijn een indicator van een gezonde leefomgeving, ook voor jou dus! Let op de 3 V’s: Voedsel, Veiligheid en Voortplanting.
Voedsel bestaat bijvoorbeeld uit bedragende struiken zoals krent en lijsterbes, maar ook uit een gezonde bodem waar veel organisch materiaal ligt en wormen te vinden zijn. Voor Veiligheid kun je denken aan struiken en hagen waar ze in kunnen schuilen. Meidoorn of vuurdoorn zijn extra geliefd vanwege hun doorns, want katten en andere dieren kunnen hier niet in komen. De Voortplanting kun je bespoedigen door nestkastjes op te hangen. Hang ze het liefst beschut op, wijzend richting het oosten.
Zie ook:
- Maak van jouw tuin een vogelparadijs
- Meer vogels in de tuin? 2 x 9 tips
- Vogelvriendelijke beplanting
- Postcodecheck om te zien welke vogels in jouw gebied voorkomen