Vergroening vraagt meer dan alleen subsidies geven

Zijn subsidies het juiste middel om mensen ertoe aan te zetten om hun tuin te vergroenen? Dat was de kernvraag van een bijeenkomst in Elst (GD) voor ambtenaren van gemeenten en provincie uit Gelderland, georganiseerd door Stichting Steenbreek en gemeente Overbetuwe.

Volgens een onderzoek naar subsidies verstrekt circa de helft van de 342 gemeenten in Nederland subsidies voor vergroening, vertelde directeur Roel van Dijk van Steenbreek op de bijeenkomst in het gemeentehuis in Elst op woensdag 6 november. Dat kan zijn voor geveltuintjes en groene daken, maar ook voor afkoppelen van het gemeentelijk riool en buurtinitiatieven. In de praktijk blijkt maar 21 procent van de Nederlanders gebruik te maken van de subsidies.

Uit een onderzoek in de provincie Gelderland, Steenbreek heeft alle subsidieregelingen in Gelderland rondom het duurzaam maken van tuinen in kaart gebracht, komt naar voren dat er een breed scala aan subsidies is en een diversiteit aan maatregelen. ‘De zwakte is dat er verschillende voorwaarden per gemeente zijn en dat er subsidieplafonds zijn. Dus op is op.’

Bedreigingen voor het aanvragen van subsidies voor vergroenen zijn, zo vertelde Van Dijk, de complexiteit van het aanvraagproces, het ingewikkelde taalgebruik en de beperkte financiële middelen bij de gemeenten.

Gedragsverandering
Volgens gedragsdeskundige Eline Steenhuisen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komt het niet gebruiken van subsidies of leningen ook doordat mensen niet weten dat de subsidie bestaat of weten dat ze er recht op hebben. Naast dat aanvraagprocedures vaak te complex en tijdrovend zijn, bestaat er soms angst dat het bedrag wordt teruggevorderd. Uit onderzoek blijkt ook dat subsidies vaak terechtkomen bij burgers met een hoger inkomen.

Volgens Steenhuisen gaan gemeenten er vaak van uit dat bewustwording bij de burgers aanzet tot vergroening. Bewustwording betekent echter niet gelijk een gedragsverandering en die is juist nodig voor vergroening, volgens de gedragsdeskundige. ‘Het is belangrijk dat je begrijpt waarom inwoners doen wat ze doen, voordat je tijd en geld besteedt aan maatregelen en acties, die mogelijk niet werken.’

Dat samenwerken met de burgers belangrijk is, onderschrijft wethouder Rik van den Dam van de gemeente Overbetuwe: ‘Je kunt als gemeente nog zoveel willen en doen, alleen samen kunnen we werken aan klimaatadaptieve maatregelen. De bebouwde omgeving vormt daarbij wel een uitdaging.’

Vertrouwen
In het middaggedeelte van de kennisbijeenkomst discussieerden de circa vijftig deelnemers in drie groepen over de vragen: Hoe kunnen we subsidies effectiever inzetten?, Hoe kunnen we bestaande maatregelen effectiever inzetten? en Welke aanvullende maatregelen zijn nog nodig?

Dat riep onder meer de vraag op of het geven van subsidie wel de meest effectieve methode is en of dat de enige drijfveer is. Volgens de deelnemers moet meer gewerkt worden aan vertrouwen bij bewonersacties en -initiatieven en kan hierbij beter een budget beschikbaar worden gesteld.

Ook was er het besef dat communicatie belangrijk is en begrijpelijk moet zijn. Mensen moeten bij de hand worden genomen bij het aanvragen van een regeling. Via het inzetten van sociale media als TikTok en Instagram kunnen daarbij ook andere doelgroepen worden bereikt.

Auteur: Hans Bouwman