Minivoedselbos: oogsten uit je eigen tuin


Hoe fijn is het om je tuin in te lopen en iets te kunnen plukken voor het avondeten? Met een minivoedselbos kan dat. Maar wat komt erbij kijken, en past het ook in jouw tuin?

Omdat er van een voedselbos vaak wordt gesproken als het groter is dan 1 hectare, noemen we dat voor een tuin een minivoedselbos of eetbare bostuin. Een minivoedselbos hoeft niet groot te zijn; met 4 vierkante meter kom je al een heel eind. Heb je een kleinere tuin, dan kun je met kleinfruit (bessen, frambozen, bramen) en klimplanten tegen muren en schuttingen werken. Maar zelfs op een vierkante meter of een balkon kun je iets doen, bijvoorbeeld bakken met kruiden of aardbeien aan de balustrade. En er zijn allerlei fruitboompjes in minivorm.

Zeven lagen

Maar laten we eerst kijken naar een gemiddelde tuin. Belangrijk om te weten is dat een voedselbos iets anders is dan een moestuin: in een moestuin worden vooral eenjarige gewassen verbouwd, terwijl een minivoedselbos bestaat uit meerjarige eetbare planten.

Een minivoedselbos heeft een plek nodig met voldoende zonlicht en een gezonde bodem. Er wordt gewerkt met verschillende lagen. Het gaat erom een slimme combinatie te maken, zodat de bomen of grotere planten beschutting geven aan de kleinere.

Er zijn zeven lagen, maar niet in elke tuin zijn die haalbaar. Van kleine fruitbomen via grote struiken naar kleinere struiken, kruiden en groenten naar bodembedekkende planten en gewassen onder de grond.

Aanleg

Hoe leg je een minivoedselbos aan? Kijk eerst waar je dat gaat aanleggen. Kies een plek met voldoende zon. Maak dan een eenvoudige plattegrond (inclusief paden zodat je niet op de planten hoeft te stappen als je gaat oogsten, en hoeveel planten er komen). Begin met de bomen en werk van boven naar beneden. Gebruik inheemse bomen en struiken waar mogelijk, omdat deze beter aansluiten bij de lokale biodiversiteit.

Kies een fruitboom met een grootte die past bij de tuin. Kies dan eetbare struiken, vervolgens de vaste planten en bodembedekkers. Dan is het een kwestie van kopen en planten.

Een voedseltuin vraagt weinig verzorging, al moet je wel af en toe snoeien. Ook als je geen groene vingers hebt, kunt je plezier beleven aan een minivoedselbos. Maar niet alleen jijzelf, ook vogels, bijen, vlinders en andere insecten zijn blij met de voedseltuin. Ze vinden er beschutting én eten.

Welke soorten

Tot slot als tip een aantal soorten die je kunt kiezen. Bij de bomen de appelboom ‘Ecolette’ of een krentenboompje (zoete bessen). Bij de struiken bijvoorbeeld een zomerframboos of herfstframboos, zwarte bes of rode bes. Lavendel is mooi om te zien, maar ook te gebruiken in de keuken. Net als salie, tijm en rozemarijn.

Niet alleen jijzelf, ook vogels, bijen, vlinders en andere insecten zijn blij met de voedseltuin. Ze vinden er beschutting én eten.