Arnhem werkt aan ‘koel netwerk’ van groene openbare ruimtes

Ontwerpbureau OMGEVING uit Antwerpen ontwikkelde voor de binnenstad van Arnhem een visie voor het uitrollen van een Koelte Netwerk: routes met schaduwrijke en koele plekken tegen hittestress. Door meer typologieën voor openbare ruimtes te introduceren lijkt meer mogelijk dan voorheen. Het Koelte Netwerk put uit het Arnhemse DNA om de binnenstad naast koel ook “cool” te maken.

‘Om de ernstige gevolgen van hittestress tegen te gaan, gaan we tussen nu en 2030 bouwen aan een koel netwerk in en rond de binnenstad en in Kronenburg en omgeving’, schrijft de gemeente Arnhem op haar eigen site. ‘

‘Het koele netwerk bestaat uit beschutte routes (routes met minimaal 50 procent schaduw) en koele plekken. Door dit netwerk kunnen kwetsbare groepen en mensen die door hun woonsituatie geen beschutte buitenruimte hebben, toch naar buiten en deelnemen aan de stedelijke samenleving.’

Arnhem is omringd door groen, maar voor de binnenstad gold een grote opgave, omdat hier minder of te weinig ruimte is om effectief te vergroenen. Om binnensteden economisch vitaal te houden, moest meer gebeuren op het gebied van klimaatadaptatie. Dit gebeurde in het kader van een Europese subsidieaanvraag waar de gemeente zich kandidaat voor stelde.

De stad zocht daarom contact met ontwerpbureau OMGEVING uit Antwerpen om een visie te ontwikkelen op een “koel netwerk”.

Koeler én cooler
In essentie lijkt de opdracht erg technisch, zo vond ook Luc Wallays, creatief directeur van ontwerpbureau OMGEVING. De binnenstad moest gekoeld worden en daardoor leefbaar blijven.

Wallays vond al snel dat de opdracht veel breder getrokken kon worden: in het groener en klimaatadaptiever inrichten van de binnenstad kon Arnhem niet alleen voorkomen té heet te worden, het kon zichzelf juist nóg aantrekkelijker positioneren voor bezoekers en toeristen.

‘Het zou ook in de toekomst een stad kunnen zijn waar het nog fijner is om naartoe te gaan dan nu, omdat het er leuk en leefbaar is. Arnhem wordt zo niet alleen koeler, maar ook cooler. Gaaf dus.’

Arnhem wordt zo niet alleen koeler, maar ook cooler.

‘Arnhem presenteert zichzelf als een groene stad, met prachtige plekken zoals het Sonsbeekpark om als koele stad in aanmerking te komen’, zegt Wallays. ‘En toch voel je, zodra je de binnenstad inloopt, dat groene kwaliteiten ontbreken. Zoals dat in veel binnensteden het geval is.’

Het royale groene beeld van Arnhem van zijn parken en groenvoorzieningen worden volgens Wallays niet doorgezet in de binnenstad. Daar is de realiteit vaak nog een overmaat van verharding van rode klinkers, de huisstijl in de binnenstad.

Meer typologieën
De visie van bureau OMGEVING deelt Arnhem in nieuwe gradaties in. De openbare ruimte krijgt meer typologieën met elk eigen spelregels. Sommige pleinen moeten nu stadshoven gaan heten, deze mogen zo heten als zij minimaal 200 vierkante meter vergroend zijn.

Spelregels voor de stadshoven zijn minimaal 40 procent schaduw en maximaal 30 procent verharding in een lichtere kleur. Pleinen die nog pleinen blijven, moeten 30 procent schaduw krijgen met minstens één schaduwzijde, extra aangeplante bomen en 10 procent vergroening.

Straten worden ingedeeld in woon-, struin-, horecaen winkelstraten. Ook zij hebben eigen spelregels en vergroeningsadviezen, zoals het plaatsen van grotere groenzones in struin- en woonstraten en groene gevels en constructies voor tijdelijke schaduw in winkelstraten.

Straten worden ingedeeld in woon-, struin-, horecaen winkelstraten. Ook zij hebben eigen spelregels en vergroeningsadviezen.

Het ontwerpbureau heeft voor de complete binnenstad uitgetekend tot welke typologie een openbare ruimte idealiter behoort en welke indeling dus wenselijk is. Alle door het bureau ontwikkelde kaarten en spelregels zijn, gebundeld in een toolbox, aangeboden aan de gemeente.

Het idee van de toolbox is om ambtenaren helderheid te bieden bij het omvormen van typen openbare ruimte in de komende jaren. ‘Als ambtenaren in de toekomst over een ruimte praten, dan is het de bedoeling dat zij helder hebben of iets een plein, stadshof of een verborgen tuin is’, vertelt de creatief directeur.

‘Bij herinrichtingen van bepaalde openbare ruimtes weten ambtenaren zo direct aan welke groene ondergrens die ruimten moeten voldoen’.

Daarnaast heeft het Antwerpse ontwerpbureau de gehele binnenstad in typologieën verdeeld, waardoor bepaalde plekken (die voorheen als te klein gezien konden worden voor de indeling van een parkje), alsnog ambitieus vergroend kunnen worden als een stadshof.

Als voorbeeld noemt Wallays een meerlaagse parkeergarage. De begane grond, nu nog ruimte voor auto’s, zou volgens hem een geschikte locatie zijn voor een groene oase waar geluncht of ontmoet wordt.

Meerjarenplan
Het uitrollen van de visie kan niet van de ene op de andere dag, weet ook Wallays. Hij snapt dan ook goed dat de gemeente tot 2030 de tijd neemt om veranderingen door te voeren.

‘We wilden in ieder geval dat mogelijk werd om binnen de gemeente een meerjarenplan te maken. Dat je per plek kan bepalen binnen hoeveel jaar je deze wil aanpakken, wat voor typologie en welke spelregels er gelden. Zo kan je plannen wat er nodig is en hoe je het wil gaan inrichten.

‘Als ambtenaren in de toekomst over een ruimte praten, dan is het de bedoeling dat zij helder hebben of iets een plein, stadshof of een verborgen tuin is’

Met de visie van bureau OMGEVING hoeft niet de hele binnenstad op zijn kop. Arnhem zal vooral opnieuw moeten kijken naar de inrichting van zijn openbare ruimte. Wallays noemt als voorbeeld het Audrey Hepburnplein, waar recht daarvoor de Sint Jansbeekje is ingeklemd door kades.

Tussen het watertje en de straten ligt volgens hem nog voldoende restruimte tussen bomen in. Nu staan daar nog enkele fietsen, in de nabije toekomst zou een groene oever wenselijker zijn. ‘De bomen die daar nu staan, zijn min of meer aan het overleven. Door stenen weg te halen, geef je meer ruimte om water op te vangen en heesters te planten.’

Anders werken
De visie voor het Koelte Netwerk vraagt van de gemeentelijke organisatie om anders te gaan werken, ook met elkaar. Wallays legt uit dat voor het uitrollen van de visie zowel groenambtenaren als ambtenaren van andere afdelingen met elkaar om tafel moeten om de spelregels te honoreren.

Onze visie zal botsen met andere ruimtelijke belangen.

‘Onze visie zal botsen met andere ruimtelijke belangen. Als de gemeente onze visie als uitgangspunt gebruikt, krijgt het vanzelf gesprekken over waar het schuurt. Wil je de visie laten werken, dan betekent dat iets voor het aantal parkeerplekken, de plaatsing van bankjes of fietsenrekken.’

In het advies van OMGEVING is ook opgenomen dat de gemeente idealiter ruimte vrijmaakt voor een grondstoffendepot. Daar kan de herkenbare rode baksteen in de Arnhemse binnenstad worden opgeslagen, nadat deze op vergroende plekken niet langer nodig is. In de circulaire gedachte kunnen deze stenen later worden hergebruikt bij renovatieprojecten.

Ook roept de visie ambtenaren op om de creatieve sector te betrekken bij het verkoelen van de binnenstad. Waar het niet mogelijk is om te verkoelen door inzet van stadsgroen, denkt Wallays aan het laten ontwerpen van zonwerende tarpen (luifels) of andere creatieve oplossingen.