Hoogste punt van Nederland scoort meeste bodemdieren. Laagste punt heeft ‘eigen’ soort  

Zowel het hoogste als het laagste punt van Nederland zijn dit weekend op bodemdieren onderzocht. Dat gebeurde met hulp van landelijke en lokale politici plus een kinderburgemeester tijdens de Bodemdierendagen 2021. Het hoogste punt wint nipt van het laagste. Het verdient een 8,9 voor de biodiversiteit van algemene bodemdieren. Maar het laagste punt slaat terug met een unieke soort: de kleipissebed.

Het jaarlijkse citizen science-project over het belangrijke maar onderbelichte leven in de bodem, dat zijn de Bodemdierendagen. In heel Nederland gaan honderden mensen op bodemdierensafari om zo samen te ontdekken hoe het met ons bodemleven is gesteld. En met het leven erboven, want dat kan niet zonder een gezonde bodem. Ieder jaar hoort hier een officiële, bijzondere waarneming ergens in het land bij.

Van Hofvijver naar Vaalserberg
Vorig jaar kanoden de bodemdierenonderzoekers over de Hofvijver in Den Haag naar het eilandje aldaar. Dat bleek verrassend een groene parel in de stad te zijn. Dit keer waren het hoogste en het laagste punt van Nederland aan de beurt, op dezelfde dag. Welke dieren van de Tiny Ten – de 10 hoofdgroepen algemene bodemdieren van regenworm tot pissebed – zijn hier te vinden? De resultaten zijn nu bekend.

Het hoogste punt van (het Europese deel van) Nederland op de Vaalserberg blijkt meer bodemdieren te huisvesten dan de Zuidplaspolder bij Nieuwerkerk aan den IJssel. Het bodemleven bezit ook iets meer variatie: het hoogste punt scoort een 8,9 voor de diversiteit aan algemene bodemdieren, terwijl het laagste een 8,6 krijgt.

“Overall wint het hoogste punt dus van het laagste. Hoewel beide plaatsen behoorlijk goed scoren en dus niet heel veel verschillen,” zeggen de bodemkenners Matty Berg van de Vrije Universiteit en Gerard Korthals van het Centrum voor Bodemecologie (van WUR & NIOO-KNAW). “Het zijn twee echt andere omgevingen met wel 330 meter hoogteverschil, maar allebei sterk onder invloed van de mens.”

Megawormen & zwarte kogel
Als je naar de soorten kijkt, zie je meer verschillen. In het bos en de bosrand op de Vaalserberg vonden Berg en Korthals meer zogenaamde strooiseleters: bodemdieren die zich tegoed doen aan alle bladeren en andere oude stukjes plant op de grond. Dat is de eerste stap om het strooisel om te zetten in het voedsel voor de planten van volgend jaar. “De regenwormen zijn er ook veel groter. En er zijn veel meer soorten springstaarten te vinden,” vult Berg (toepasselijke naam trouwens) aan.

Het ‘hoogstepunt-team’ bestond naast de onderzoekers uit Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren Frank Wassenberg, wethouder van de gemeente Vaals Paul de Graauw en Dagmar Keim van gemeente Amsterdam. Daarnaast waren verschillende kinderen aanwezig om te helpen. De zwarte kogel kwam ook langs: een apart soort miljoenpoot die zich op kan rollen. Dat is één van de dieren op de zoekkaart van de Bodemdierendagen, waar de onderzoekers al sinds 2015 speciaal in geïnteresseerd zijn.

Pissebedden op hoog water zoeken
Die middag boden VVD-wethouder Daan de Haas en kinderburgemeester Faris El Achrafi van de gemeente Zuidplas de helpende hand, samen met een aantal kinderen uit de buurt. De locatie? Het monument voor -6,74 meter onder NAP langs snelweg A20. Door wat bermen en andere groene stukken rondom het bestrate pleintje mee te pakken, lukte het met vereende krachten toch om een hoop bodemdieren te vinden in de regen.

“Het bodemleven is iets minder divers dan op het hoogste punt,” stellen de onderzoekers. “Maar het heeft wel heel eigen soorten te bieden langs de slootkant.” De kleipissebed bijvoorbeeld. Deze zie je hier vooral in graslanden en langs oevers, niet in bossen. Mooie bijkomstigheid in deze lage polder is dat hij goed tegen overstroming kan.

Eigen hoogtepunten: t/m 11 oktober
Erop of eronder! Dat is het jaarthema van de Bodemdierendagen dit keer. De hoogste en laagste waarneming van het land passen daar naadloos bij. Veel bodemdieren leven zowel boven als onder de grond. Maar ook voor het voortbestaan van die belangrijke bodemdieren is het erop of eronder: bodemvervuiling, droogte, asfalt of tegels maakt het ze moeilijk. De bodem is letterlijk de voedingsbodem onder onze hele maatschappij. Groenbeheer en oog voor een levende bodem zijn dus belangrijk.

“De bodemdieren-resultaten van de afgelopen zes jaar laten zien, dat het vergroenen van je tuin zoals met het NK Tegelwippen gunstig is voor het bodemleven,” legt bodemonderzoeker Ron de Goede (WUR) uit. “Het kan de kwaliteit van je tuin opkrikken van een magere 7 naar een goede 8.”

Eigen waarnemingen voor de Bodemdierendagen zijn nog in te leveren tot en met maandag 11 oktober. Je krijgt na invullen meteen het cijfer voor het bodemleven te zien. En ze tellen mee voor de jaarlijkse resultaten, zoals de nationale Bodemdieren Top 3.

Voor de zevende keer organiseren het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie het citizen science-project de Bodemdierendagen. Ze doen dat met hulp van onderzoekers van Wageningen University & Research en de Vrije Universiteit, plus een groeiend aantal partners. Op steeds meer plekken in Nederland brengen ze met het publiek het bodemleven in kaart. Met de resultaten van de eerste zes edities was vorig jaar de conclusie dat groene tuinen en parken een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de stadsnatuur.

Organisaties die bij de zoektocht naar die belangrijke bodemdieren helpen zijn: IVN Natuureducatie, Jaarrond Tuintelling, Naturalis, IUCN NL, Scouting Nederland, WWF, LandschappenNL, Natuur & Milieu, Vereniging voor Veldbiologie KNNV, Stichting Steenbreek, NL Greenlabel, de tuiniers van AVVN, Nederlands Instituut voor Biologie, JNM, Kinderboerderijen Actief, Kenniscentrum EIS, Nederlandse Entomologische Vereniging, Nationale Wetenschapsagenda, Weekend van de Wetenschap, gemeente Amsterdam, Arcam, Deltaplan Biodiversiteitsherstel en steeds meer. Sinds vorig jaar zijn de Bodemdierendagen ook onderdeel van het nieuwe project Onder het Maaiveld over het stimuleren van een levende bodem, ondersteund door de Nationale Postcodeloterij.