Zes jaar Steenbreek met voorzitter Wout Veldstra

Steenbreek is sinds de oprichting in 2015 een vertrouwd begrip geworden. Al meer dan 160 gemeenten, 8 provincies, 7 waterschappen en 3 woningcorporaties zijn aangesloten en al 3 jaar lang eindigt Stichting Steenbreek in de top 20 van de Duurzame 100. Wout Veldstra (70) is als oprichter en nog steeds als voorzitter van stichting Steenbreek vanaf het begin nauw betrokken: ‘Eigenlijk zou de hele groene sector zich moeten aansluiten.’

Hoe is Steenbreek eigenlijk ontstaan?

‘In 2013 werd ik uitgenodigd voor een discussie in Wageningen over de wijze waarop de gemeenten omgingen met de verstening van de stad en of daar beleid voor was. Ik werkte toen als stadsecoloog bij de gemeente Groningen en bij ons stond dat helemaal niet op de agenda, dus we hadden geen idee hoe erg het was. Er waren alleen maar cijfers uit Engeland beschikbaar en daaruit bleek dat zo’n 60 procent van het stedelijk gebied versteend was. Ik heb vervolgens een paar collega-stadsecologen van vergelijkbare gemeenten opgebeld, zoals Amersfoort, Eindhoven, Den Haag, om te kijken of zij mee wilden doen om een tijdje aandacht aan die verstening te geven.
We hebben een jaartje proefgedraaid en de conclusie was dat er inderdaad een probleem was en dat er iets moest gebeuren. Toen hebben we in 2015 Operatie Steenbreek opgericht. Met opzet hebben we die naam gekozen om het actieve karakter van de organisatie te onderstrepen. Na de fusie met Stichting Entente Florale in 2019 zijn we verdergegaan als Stichting Steenbreek’

In de beginjaren was vooral biodiversiteit het aandachtsgebied. Daar zijn in de loop der jaren andere aandachtsgebieden bij gekomen.

‘De biodiversiteit is nog steeds onze voornaamste zorg. De laatste tijd is de aandacht ook naar participatie gegaan; dat is van een middel wat meer een doel geworden. Daarvoor hebben we ook de Steenbreektrofee in het leven geroepen, een beloning voor een goed participatietraject. Het is nodig om je ook op andere aandachtspunten te richten; wat je vaak ziet is dat problemen uit elkaar gehaald worden.
De politiek concentreert zich helemaal op het stikstofprobleem omdat dat het meest acuut is. Wat wordt vergeten is de samenhang met andere problematiek. Misschien speelt hier mijn achtergrond als ecoloog. Je kunt wel heel hard aan de biodiversiteit van de stad gaan werken, maar als je niks aan het water doet, dan gaat het niet werken. Op die manier integreren we bij Steenbreek de deelterreinen zoals klimaatadaptatie, gezondheid en sociale cohesie.’

Een ander aandachtsgebied dat er de laatste tijd bij is gekomen, zijn de bedrijventerreinen. Dat zijn meestal nog onaantrekkelijke, stenige gebieden met vaak veel wateroverlast.

‘We hebben in samenwerking met de provincie Zuid-Holland een boekje uitgebracht, Groene Gezonde Bedrijventerreinen, waarin we handvatten en inspirerende ideeën geven aan gemeenten, beheerders van bedrijventerreinen en ondernemers om bedrijventerreinen te vergroenen. We zijn nu ook betrokken bij een Groeifonds-aanvraag waarbij het de bedoeling is dat een groot aantal bedrijventerreinen een vergroeningstraject ingaan. Steenbreek speelt daar een rol in om die vergroening ook werkelijk te ondersteunen met informatie, voorlichting, publiciteit en dergelijke.’

Van 5 gemeenten in het begin zijn er nu ruim 160 gemeenten lid. Buiten verwachting?

‘Als ik terugkijk dan ben ik best tevreden over de omvang die we ondertussen hebben. De grootte van de organisatie is beperkt gebleven, dus onze slagkracht is er alleen maar omdat we kunnen samenwerken met heel veel organisaties en samen met hen allerlei activiteiten ondernemen. Als je naar het concrete resultaat kijkt , dan is dat er nog niet. En dat baart mij zorgen. We hebben sinds kort van Cobra Groeninzicht de precieze cijfers van de vergroening, maar ook de mate van verstening in Nederland. En ja, dat neemt nog niet echt zichtbaar af. Je ziet nog steeds groenbedrijven met aanhangertjes vol tegels rondrijden. In de nieuwbouwwijken wordt er nog steeds heel veel versteend. Dus het effect is er nog niet.’

Wat zijn de aandachts- en zorgpunten van Stichting Steenbreek voor de komende jaren?

‘Ik denk dat dat wij in de richting van de groenbedrijven en de bouwondernemers wat meer activiteiten moeten ondernemen, want tot nu toe blijft het bedrijfsleven achter. En dat is misschien een effect van het feit dat de overheid zich er te weinig mee bemoeit en de bedrijven te veel aan hun lot overlaten.
Wat ik niet begrijp is dat de groene sector op dit moment niet veel beter de kans aangrijpt die ze geboden wordt om een rol te spelen in de vergroening. Wij merken uit de contacten met bewoners dat er een grote behoefte is om mee te doen met de vergroening, maar dat het initiatief vaak ook van die bewoners zelf uitgaat; dus niet van de groenbedrijven die daar voordeel van zouden kunnen hebben.

Het bedrijfsleven over de volle breedte is erg afwachtend. Zeker als het over de bouw gaat, uitgezonderd een bedrijf als bijvoorbeeld Heijmans die op dit moment een heel mooie rol speelt in de verduurzaming van de sector. Maar dat is ook een van de weinige. Dat zie je ook bij de groenondernemers; er is een aantal aangesloten bij Steenbreek en daar hebben we al jarenlang plezier van. Maar het zijn er niet zoveel. Eigenlijk zou de hele groene sector zich bij Steenbreek moeten aansluiten.’

Auteur: Hans Bouwman
Beeld: Michiel Pothoff