Regenworm verslaat pissebed

Regenwormen zijn dit jaar in de meeste Nederlandse tuinen waargenomen. De pissebedden delven als gedoodverfde winnaar het onderspit en staan slechts op 2, terwijl de huisjesslakken opklimmen naar de 3e plek. Een recordaantal waarnemers van de Bodemdierendagen ontdekte in eigen tuin of park samen meer dan 17.000 ‘bodemschatjes’. Interessante informatie voor Wereldbodemdag op 5 december, die dit jaar helemaal om de biodiversiteit in de bodem draait met een bijzondere eerste wereldwijde inventarisatie.

Ook voor de bodemdieren is dit een bijzonder jaar. Dat laten de resultaten van de 6e editie van de Bodemdierendagen zien. Niet alleen veroveren de regenwormen de toppositie: ze werden wel in 84% van de deelnemende tuinen gevonden. In 2019 stonden deze belangrijke ambassadeurs voor een gezonde bodem slechts 3e. Maar ook is dit het eerste jaar waarin de pissebedden in geen enkel type tuin ongedeeld op de 1e plek staan.

De Bodemdierendagen zijn een citizen science-project met het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie (CSE) als hoofdorganisatoren. Iedereen in Nederland kan bijdragen. Bodemdieren-experts van NIOO, Wageningen UR en Vrije Universiteit Amsterdam stelden de zoekkaart samen. Samen komen we erachter met welke bodemdieren het in dorpen en steden goed gaat en met welke minder. Bodemdieren zorgen voor die broodnodige en duurzame gezonde bodem.

Jaar van de extremen
Het is het jaar van de extremen: eerst lang droog, daarna erg nat en ook gemiddeld steeds warm. Kon de regenworm in de bodem daar beter tegen? “Het weer heeft dit jaar de pissebedden inderdaad parten gespeeld. Ze kunnen niet zo goed tegen droogte,” weet pissenbeddenkenner en Bodemdierendagen-onderzoeker Matty Berg van de VU. De Bodemdierendagen zijn dit jaar ook anders: XL met wel 1188 waarnemers verspreid over bijna 500 tuinen en parken in het hele land,” zegt organisator Gerard Korthals van het Centrum voor Bodemecologie van NIOO en WUR. “Ook het aantal getelde dieren is met 17.500 een record,” vult mede-bodemonderzoeker Ron de Goede van de WUR aan. “Dat brengt het totaal van 6 edities op bijna 53.000 getelde ‘bodemschatjes’.”

Wel werden er per tuin gemiddeld maar 36 dieren geteld – voor alle edities van de Bodemdierendagen samen is dat 38 dieren en vorig jaar zelfs 43. En bijna alle hoofdgroepen van de algemene bodemdieren komen dit keer in een kleiner deel van de tuinen voor, behalve de mieren. De citizen scientists ontdekten opvallend minder vaak miljoenpoten: maar in 41% van de tuinen in plaats van 54% in 2019. Ook de spinachtigen verloren terrein.

Kansen
Om ons heen blijkt van alles te kunnen leven, als we er maar oog voor hebben. Het algemene rapportcijfer is zelfs net iets hoger dan vorige jaren: dat geeft aan welke belangrijke rol groene tuinen kunnen spelen in de stadsnatuur. Korthals: “De Nederlandse tuin scoort nu een 8,9 voor de kansen voor bodemdieren – als je kijkt naar alle dieren die gevonden zijn verspreid over het land. Maar deze kansen worden nog niet overal benut.” Als je de cijfers die individuele tuinen krijgen bekijkt, dan is dat gemiddeld maar een 6,2. Maar er zijn gelukkig ook genoeg uitschieters naar boven bij.

Bodemleven voor het eerst wereldwijd
Op 5 december is het Wereldbodemdag. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties FAO heeft deze dag in het leven geroepen. Dit jaar besteden mensen wereldwijd in het bijzonder aandacht aan het leven in de bodem – de bodembiodiversiteit, en het belang daarvan voor ons eten en de voedselproductie. Vanmiddag komt het eerste wereldwijde rapport over de stand van het bodemleven uit bij de FAO: The State of Knowledge of Soil Biodiversity. “We zijn zo afhankelijk van het leven in de bodem, terwijl ons huidige landgebruik en klimaatverandering een negatieve invloed erop hebben,” vertelt bodemonderzoeker en mede-samensteller Wim van der Putten van het NIOO. “Dit rapport geeft aan waar het bodemleven achteruit gaat, hoe dat wordt veroorzaakt en wat we ertegen kunnen doen. Wereldwijd zijn er allerlei initiatieven om bodem te herstellen en in Nederland lopen we voorop in dit onderzoek.” “Toch staan de Nederlandse bodems ook sterk onder druk. Onze landbouwgronden zijn zeer productief als je kijkt naar de opbrengst van landbouwgewassen, maar dat gaat ten koste van andere functies die de bodem levert: schone lucht, schoon drinkwater, vasthouden van broeikasgassen. En dan hebben we ook nog de stikstofproblematiek, PFAS, microplastics en ga zo maar door.” Daarvoor biedt dit rapport de eerste kennis voor iedereen.

Toekomst voor het bodemleven
Al met al is het een bijzonder (bodemdieren)jaar. De onmisbare deelnemers van de Bodemdierendagen waren ook vaker alleen aan het waarnemen, terwijl bij de eerdere edities mensen juist opvallend vaak samen op onderzoek uit gingen. Dat lijkt een corona-effect. Wat zal het volgende jaar ons brengen? Heroveren de pissebedden in 2021 de koppositie? Scoren er meer tuinen hoog? Tussen 24 september en 6 oktober gaan we weer op zoek!

Organisaties die bij de zoektocht naar die belangrijke bodemdieren helpen, waren dit jaar met meer dan ooit: IVN Natuureducatie, Jaarrond Tuintelling, WWF, Naturalis, Nederlands Instituut voor Biologie, IUCN NL, Scouting Nederland, LandschappenNL, Natuur & Milieu, Vereniging voor Veldbiologie KNNV, Stichting Steenbreek, NL Greenlabel, de tuiniers van AVVN, Kenniscentrum EIS, Nederlandse Entomologische Vereniging, Waarneming.nl, Herman van Veen Arts Center en Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Sinds kort zijn de Bodemdierendagen ook onderdeel van het nieuwe project Onder het Maaiveld over stimulering van een levende bodem, ondersteund door de Nationale Postcodeloterij.