Subsidieregels voor vergroening te complex en verschillend
Circa de helft van de 342 gemeenten in Nederland verstrekt subsidies voor vergroening. Dat kan zijn voor geveltuintjes en groene daken, maar ook voor het afkoppelen van het gemeentelijk riool en buurtinitiatieven. In de praktijk blijkt maar 21 procent van de Nederlanders die hun tuin hebben vergroend gebruik te maken van de subsidies; de overgrote meerderheid sprak hiervoor hun spaargeld aan. Hoe zet je mensen ertoe aan om hun tuin te vergroenen? Zijn subsidies daartoe het juiste middel?
Steeds meer gemeenten beseffen dat private tuinen een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het verhogen van de biodiversiteit en klimaatadaptatie. Alle 5,5 miljoen tuinen in Nederland samen hebben een oppervlakte die vergelijkbaar is met 90.000 voetbalvelden. Een gebied tien keer zo groot als het Nationale Park De Hoge Veluwe. Binnen de vergroeningsopgave is het dus lonend om ook de particuliere tuinenbezitter mee te krijgen. Een kwart (24%) van de woningeigenaren heeft tot nu toe de tuin verduurzaamd.
Op welke wijze je de inwoners meekrijgt, blijft de vraag. Dat kan bijvoorbeeld via het verstrekken van subsidies. Maar omdat slechts een vijfde van de Nederlanders daar gebruik van maakt, lijkt dat niet het antwoord te zijn. Het blijkt ook een rijstebrij van allerlei regelingen en voorwaarden. Zo komt uit een onderzoek in de provincie Gelderland naar voren dat er een breed scala aan subsidies is en een diversiteit aan maatregelen. ‘De zwakte is dat er verschillende voorwaarden per gemeente zijn en dat er subsidieplafonds zijn. Dus op is op’, zegt Roel van Dijk, directeur van Stichting Steenbreek. Samen met gemeente Over-Betuwe organiseerde Steenbreek begin november een bijeenkomst over subsidies in het gemeentehuis in Elst (GD). Bedreigingen voor het aanvragen van subsidies voor vergroenen zijn, zo vertelde Van Dijk daar, de complexiteit van de beperkte financiële middelen bij de gemeenten.
Grote verschillen
Uit onderzoek van Centraal Beheer in 2023 blijkt dat in 182 van de 342 gemeenten woningeigenaren subsidie kunnen aanvragen om de tuin te verduurzamen. Wel zijn er, zoals gezegd, grote verschillen tussen gemeenten. Zo krijg je in de ene gemeente alleen subsidie voor het afkoppelen van de regenpijp, terwijl andere gemeenten ook geld bieden voor het “wippen” van stenen of het aanleggen van een regentuin.
In 125 gemeenten kun je subsidie krijgen voor het verwijderen van tegels. In 156 gemeenten is er subsidie voor een regenton, nog eens 135 gemeenten bieden subsidie voor een regenwatertuin. Zelfs binnen gemeenten kunnen er grote verschillen zijn doordat ook waterschappen subsidies aanbieden en één gemeente verschillende waterschappen kan hebben.
Naast gemeenten, bieden ook de provincies subsidies aan. Maar ook daar zijn verschilen te zien. Uit het onderzoek van Centraal Beheer blijkt dat inwoners van de provincie Flevoland de meeste kans op subsidie hebben. Daar biedt de provincie een subsidie aan die in alle gemeenten kan worden aangevraagd. Ook in Gelderland (84%) en Utrecht (73%) is op veel plekken geld beschikbaar. Noord-Holland biedt relatief het minste aanbod: slechts 9 procent van de gemeenten biedt subsidie voor het verduurzamen van de tuin. Ook in Zeeland (15%) en Friesland (28%) is het aanbod beperkt.
Gedragsverandering
Er liggen volgens Van Dijk echter ook kansen, om tuineigenaren mee te krijgen in vergroening. Die kansen liggen met name bij het stimuleren van collectieve aanvragen en verhoging van bewustwording en deelname.
Volgens gedragsdeskundige Eline Steenhuisen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komt het niet gebruiken van subsidies of leningen doordat mensen niet weten dat de subsidie bestaat of weten dat ze er recht op hebben. Naast dat aanvraagprocedures vaak te complex zijn én tijdrovend zijn, bestaat er soms angst dat het bedrag wordt teruggevorderd. Er bestaat ook geen vertrouwen in de afzender van de subsidie. Uit onderzoek blijkt ook dat subsidies vaak terechtkomen bij burgers met een hoger inkomen.
Volgens Steenhuisen gaan gemeenten er vaak van uit dat bewustwording bij de burgers aanzet tot vergroening. Bewustwording betekent echter niet gelijk een gedragsverandering en die is juist nodig voor vergroening, volgens de gedragsdeskundige. ‘Het is belangrijk dat je begrijpt waarom inwoners doen wat ze doen, voordat je tijd en geld besteedt aan maatregelen en acties, die mogelijk niet werken.’
Haar aanbeveling is om te werken aan de intrinsieke motivatie van tuineigenaren en de eigen effectiviteit vergroten. ‘Zorg dat inwoners weten dat de subsidie bestaat, zorg dat inwoners weten dat ze er recht op hebben. Zorg ook voor een simpele aanvraagprocedure en bied garanties over terugvordering.’
Dat samenwerken met de burgers belangrijk is, onderschrijft wethouder Rik van den Dam van de gemeente Overbetuwe: ‘Je kunt als gemeente nog zoveel willen en doen, alleen samen kunnen we werken aan klimaatadaptieve maatregelen. De bebouwde omgeving vormt daarbij wel een uitdaging.’
Communicatie
De circa vijftig deelnemers aan de bijeenkomst over subsidies (ambtenaren van gemeenten, provincie en waterschappen) discussieerden in drie groepen over de vragen: ‘Hoe kunnen we subsidies effectiever inzetten?’, ‘Hoe kunnen we bestaande maatregelen effectiever inzetten?’en ‘Welke aanvullende maatregelen zijn nodig?’. Dat riep onder meer de vraag op of het geven van subsidie wel de meest effectieve methode is en of dat de enige drijfveer is. Volgens deelnemers moet meer gewerkt worden aan vertrouwen bij bewonersacties en –initiatieven en kan hierbij beter een budget beschikbaar worden gesteld.
Ook was er het besef dat communicatie belangrijk is en begrijpelijk moet zijn. Mensen moeten bij de hand worden genomen bij het aanvragen van een regeling. Via het inzetten van sociale media als TikTok en Instagram kunnen daarbij ook andere doelgroepen worden bereikt.
Een selectie van de ideën, opmerkingen en aandachtspunten:
- Hoe kunnen we subsidies effectiever inzetten?
– inwoners enthousiasmeren
– subsidies laten passen bij de doelgroep
– werken aan meer vetrouwen in aanvragen
– minder voorwaarden
– praktische ondersteuning bij uitvoering
– beschikbaarheid en bereikbaarheid vergroten
– meer contact en begeleiding
– inwoners elkaar laten enthousiasmeren
– langs de deuren flyeren
– ondersteuning bieden bij uitvoering maatregelen - Hoe kunnen we besaande maatregelen effectiever inzetten?
– tegeltaxi makkelijker maken
– meten hoe groen de tuinen van de deelnemers daadwerkelijk worden
– meer beeldmateriaal van voor en na (goed voorbeeld doet goed volgen)
– één aanspreekpunt
– vaantjes in de tuin (trots op tegelwippen)
– afkoppelcampagne
– afkoppelcoach houdt huis-aanhuisgesprekken
– meer samenwerken met andere collegaś- duurzaamheidscoach
– spel- en competitie-element (met beloning) - Hoe kunnen we bestaande maatregelen effectiever inzetten?
– eenvoudigere procedures
– intern het gesprek aangaan
– zijn alle stappen en administratie echt nodig?
– brede bekendheid – andere communicatiekanalen
– succesverhalen ter inspiratie
– meer contact met de doelgroep
Bron: Vakblad Groen, auteur Hans Bouwman