Steenbreek Kansenkaart geeft inzicht in vergroeningspotentieel tuinen per gemeente

Alle gemeenten die aangesloten zijn bij Stichting Steenbreek hebben onlangs een op hun gebied gerichte infographic ontvangen: de Steenbreek Kansenkaart. Deze kaart geeft een eerste indruk van de vergroeningskansen in de gemeente. Hierbij wordt uitgegaan van de nieuwe Steenbreek Richtlijn.

In de Kansenkaart die de gemeenten hebben gekregen, wordt een overzicht gegeven van het versteende tuinoppervlak in de gemeente, het percentage tuinen dat aan de Steenbreek Richtlijn voldoet en de meest kansrijke buurten om te vergroenen. Tot nu toe worden buurten met meest versteende tuinen berekend op basis van het percentage versteend oppervlak. In de regel zijn dat de industriegebieden en dorps- of stadskernen met kleine stadstuintjes of binnenplaatsjes.

Bij het aangeven van de drie meest kansrijke buurten in een gemeente op de Kansenkaart worden zowel de bedrijventerreinen als de kleine tuinen buiten beschouwing gelaten, om te ontdekken waar het grootste vergroeningspotentieel ligt.

Voorbeeldweergave Steenbreek Kansenkaart

Steenbreek Richtlijn
Over het algemeen wordt geadviseerd om een gemiddelde tuin voor 60 procent groen in te richten. Dit percentage past vaak niet bij een kleine of vrij grote tuin. Stichting Steenbreek hanteert daarom een richtlijn die rekening houdt met dagelijks gebruik, zonder de groene essentie van de tuin te verwaarlozen.

Verharding is in bijna elke tuin noodzakelijk voor praktische functies zoals een terras, loopruimte en een plek voor de fiets of container. Dit lukt met een verhard oppervlak van circa 15 vierkante meter. In kleinere tuinen tot 15 vierkante meter is het lastiger om tegels te verwijderen; wie wil vergroenen kan in dat geval kiezen voor compacte groenborders, gevelgroen en hangplanten.

Voor elke vierkante meter die boven de 15 vierkante meter uitkomt, adviseert Steenbreek om 80 procent groen en 20 procent verharding aan te houden.

Belangrijk voor welzijn
‘Deze aanpak bevordert infiltratie van water en biedt meer ruimte voor biodiversiteit. Door bewust te kiezen voor meer groen, dragen tuineigenaren bij aan een leefbare toekomst’, zegt Dominique van de Kamp, programmamanager van Stichting Steenbreek.

‘De nieuwe richtlijn lijkt realistischer, omdat ze tegemoetkomt aan de behoefte van veel mensen aan een terras waar je comfortabel kunt zitten, ook als de tuin klein is’, zegt Sjerp de Vries, omgevingspsycholoog en senior wetenschappelijk onderzoeker bij de WUR. ‘Zo’n terras kan er ook aan bijdragen dat men meer tijd in die tuin, dus buiten, doorbrengt. Maar dat de tuin een groen aanzien heeft, is ook belangrijk voor het welzijn; opgaand groen kan dan helpen, zeker als je vanuit huis ook goed zicht op dat groen hebt.’

‘De nieuwe richtlijn lijkt realistischer, omdat ze tegemoetkomt aan de behoefte van veel mensen aan een terras waar je comfortabel kunt zitten, ook als de tuin klein is’

Steenbreek Atlas
De data voor de Steenbreek Kansenkaart is geleverd door Cobra Groeninzicht, een adviesbureau dat werkzaam is in de groene leefomgeving. Het bureau heeft ook de Steenbreek Atlas samengesteld: een interactief dashboard met kaarten over de mate van verstening en groen in tuinen en openbare ruimte. In deze Atlas is de Steenbreek Richtlijn doorberekend.

‘Fijn dat er nu een realistische richtlijn is ontwikkeld waarmee de focus ook wordt verlegd naar de tuinen die ertoe doen, waarmee de meeste impact gemaakt kan worden’, zegt Joost Verhagen, directeur van Cobra Groeninzicht.

‘De Kansenkaart brengt op meerdere manieren de wijken, buurten en tuinen in beeld waar ook écht werk aan de winkel is. Soms zullen de “tegelwippers” met opgestroopte mouwen voor verrassingen komen staan omdat de aanwezige verharding ook daadwerkelijk functioneel is. Maar ik schat in dat er maar al te vaak grote resultaten te behalen zijn in de buurten die in de Kansenkaart oppoppen.’

Met de Steenbreek Kansenkaart kan een gemeente gericht aan de slag in versteende wijken, bijvoorbeeld door in samenwerking met Stichting Steenbreek bewonersacties op touw te zetten. Thema’s kunnen zijn het aanleggen van geveltuintjes, tegels wippen en vergroenen, of een regenton plaatsen.

Verhagen: ‘Leg deze data in handen van iemand die binnen de gemeente daadwerkelijk gebiedskennis heeft, iemand met groene hersens, en combineer de Kansenkaart met data over bijvoorbeeld hittestress, wateroverlast, biodiversiteit of de 3-30-300-regel. Op deze manier voeg je nog meer focus en urgentie toe aan de resultaten van de Steenbreek Richtlijn.’

Tuinbeleving
Ben van Ooijen, tuinexpert en directeur van Appeltern Adventure Gardens, is blij met de Steenbreek Kansenkaart. ‘Hoe meer groen hoe beter.’ Hij vindt de Steenbreek Richtlijn, die vrijwel overeenkomt met de richtlijnen die hijzelf als adviseur voor tuininrichtingen hanteert, voor gemeenten een helder uitgangspunt. Van Ooijen geeft wel aan dat naast de vierkante meters en percentages, voor de tuinbeleving ook de inrichting van de tuin belangrijk is. ‘Leg een terras dus niet gelijk tegen de woning aan; zorg eerst voor wat groen, zodat je gelijk de tuin instapt. Uiteraard is geen enkele tuinsituatie vergelijkbaar. Een norm is mooi als houvast, maar qua groen oppervlak kun je het nooit overdrijven.’

‘groen oppervlak kun je nooit overdrijven.’