Vier hogescholen starten onderzoek naar versnelling van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling

De verstedelijking levert een belangrijke bijdrage aan klimaatverandering, afname van biodiversiteit en de uitstoot van broeikasgassen. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling kan dit tegengaan, maar vindt nog op te kleine schaal plaats om echt impact te hebben. Aeres Hogeschool, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Avans gaan samen met het werkveld onderzoeken hoe de transitie naar natuurinclusieve gebiedsontwikkeling kan worden versneld. Stichting Steenbreek is consortiumpartner van dit onderzoek. 

Klimaatverandering en het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen staan hoog op de maatschappelijke agenda. In Nederland bestaat nog 15% van de oorspronkelijk biodiversiteit. Daarmee scoort Nederland onder het Europese gemiddelde. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de verstedelijking en die neemt komende jaren alleen maar verder toe. Het nieuwe kabinet wil namelijk dat tot 2030 1 miljoen nieuwe woningen worden gebouwd. Deze woningen moeten veelal duurzaam en in de bestaande steden worden gebouwd.

Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling cruciaal voor de leefbaarheid
Penvoerder Gideon Spanjar, lector Innovatie & Groenstedelijke Ruimte bij Aeres Hogeschool en senior onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam: “Het belang van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling met het gebruik van biobased bouwmaterialen en het natuurlijk vergroenen van het stedelijk leefgebied, is cruciaal om biodiversiteitsverlies en klimaatverandering tegen te gaan en de leefbaarheid van stedelijke gebieden te verbeteren. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling zou daarom op grotere schaal en sneller toegepast moeten worden in Nederland. Hierover is echter nog te weinig kennis beschikbaar. Niet alleen als het gaat om de effecten van natuurinclusief bouwen voor gebruikers en het onderliggend ecosysteem, maar ook op het gebied van organisatie en financiering.”

Praktijkonderzoek 
In het tweejarig onderzoeksproject kijken de deelnemende hogescholen en het Centre of Expertise Groen naar zowel de toepassingsmogelijkheden van biobased bouwmaterialen alsook hoe het gebruik van inheemse beplanting in de schil van gebouwen en buitenruimten bijdraagt aan de leefkwaliteit en klimaatbestendigheid van gebieden. Het onderzoek vindt plaats op drie niveaus: gebouwniveau, straatniveau en gebiedsniveau. Hier worden drie verschillende casussen aan gekoppeld: ‘Spoorzone Waarder’, ‘Amsterdam Knowledge Mile Park’ en ‘Almere Centrum-Pampus’. Met een brede vertegenwoordiging van het werkveld zoals lokale en regionale overheden, ontwerpbureaus, kennisinstituten, woningbouwcorporaties en ontwikkelaars, worden de succes- en faalfactoren in kaart gebracht en handvatten voor versnelling van de transitie geïdentificeerd.

Resultaten
Uitkomsten van het onderzoek moeten leiden tot uitgangspunten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, een vertaling in een programma van eisen en een daaraan gekoppeld praktisch puntensysteem voor aanbestedingen.